De kloof in de productie van alternatieve eiwitten overbruggen

21 mei 2024

A bowl of pasta with cultivated meat

Met dank aan: Mosa Meat

Naarmate technologische en regelgevingsvoorwaarden zich verder ontwikkelen, genieten consumenten van een bredere selectie spannende en hoogwaardigere nieuwe voedingsmiddelen. Met zijn expertise op het gebied van engineering en innovatieve procesoplossingen helpt GEA klanten om deze producten op de markt te brengen. Binnenkort krijgen bedrijven toegang tot de procesontwikkelingsdiensten voor nieuwe voedingsmiddelen van GEA bij een nieuwe geavanceerde faciliteit in het hart van de VS.

De wereldwijde bevolkingsgroei en de vleesconsumptie blijven toenemen. Deze dynamiek leidt tot een toename in schadelijke CO2-emissies en brengt grondstoffen in de bodem en in het water nog verder in gevaar. Voeg daar nog eens klimaatverandering en stelselmatige droogte aan toe en het resultaat is minder landbouwgrond beschikbaar voor dieren en de gewassen die nodig zijn om deze dieren te voeden.

De toename in het aantal flexitariërs (mensen die in bepaalde maaltijden het vlees vervangen voor alternatieve eiwitten) neemt iets van de druk weg. Toch blijven vlees, vis en zuivel populaire voedingsbronnen, waardoor de vraag naar veeteelt aanhoudt. In 2015 schatte de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties dat de veestapel verantwoordelijk was voor ongeveer 12% van alle anthropogene emissies van broeikasgassen. Als er niet wordt ingegrepen, schat de FAO dat dit getal tegen 2050 rond de 15% zal liggen. Om duurzamer te eten, moet de wereld haar voedselproductiemodellen herzien.

Er zijn nieuwe manieren nodig om eiwitten te produceren

Plantaardige voedingsmiddelen zijn welbekend bij de consument. Naarmate eenheidskosten dalen en smaak en voedingsstoffen verbeteren, worden deze voedingsmiddelen steeds aantrekkelijker. Tegenwoordig steekt fermentatie (het gebruik van microben om heerlijke voedingsmiddelen rijk aan voedingsstoffen te produceren) de kop op als een productiemethode waar voor vele innovators in alternatieve-eiwitecosystemen gericht op vlees-, vis-, ei- en zuivelalternatieven de voorkeur naar uitgaat. Fermentatie wordt al eeuwen gebruikt om voedingsmiddelen te produceren en strekt nu veel verder dan het historische gebruik, via bijvoorbeeld precisiefermentatie, een fascinerende technologie die microben als gist gebruikt om specifieke, hoogwaardige functionele ingrediënten, zoals eiwitten, vitaminen, smaakstoffen en vetten, te produceren.

Wanneer kweekvlees (vlees dat direct uit cellen wordt geproduceerd, zonder dat het hele dier hoeft te worden gekweekt) op commerciële schaal wordt geproduceerd, heeft het de potentie, om de liefde van de mens voor vlees en vis te bevredigen, zonder de nadelen van conventionele eiwitproductie- en verwerkingsmethoden. Een ander voordeel is dat het zonder antibiotica, steroïden en andere additieven gemaakt kan worden, waardoor antibioticaresistentie, die steeds erger wordt en wereldwijd tot ernstige gezondheidsrisico's leidt, wordt omzeild. Celgebaseerd vlees wordt in deze faciliteiten ook onder schonere omstandigheden geproduceerd dan in conventionele vleesverwerkingsfaciliteiten, waardoor het risico op door voedsel overgedragen en andere door dieren overgedragen ziektes, die in de toekomst zouden kunnen uitgroeien tot pandemieën, afneemt. Kweekvlees en andere alternatieve eiwitten bieden de consument meer keus, door voedingsmiddelen te bieden waarvan ze genieten, die op manieren zijn gemaakt die de gezondheidsrisico's en impact op het milieu reduceren.

De VS, vooruitstrevend in alternatieve eiwitten

Een land dat beroemd is om zijn fastfoodcultuur, de VS, levert eigenlijk de grootste bijdrage aan de sector van de alternatieve eiwitten. Waarom? Een krachtige durfkapitaalcultuur, een redelijk positief regelgevingsklimaat en de enorme omvang van de markt zelf. Volgens het rapport van 2023 over de stand van zaken in de sector van het Good Food Institute (GFI) aangaande plantaardige voedingsmiddelen, gaf 36% van de Amerikaanse consumenten aan dat ze ondanks de hoge kosten en inflatie in 2023 plantaardig vlees hadden gegeten, terwijl 25% aangaf dat ze het maandelijks of vaker aten.

Gea precision fermentation dairy imagindairy cream cheese

Deze lactose-, hormoon- en cholesterolvrije roomkaas heeft dezelfde smaak, voedingswaarde en mondgevoel als conventionele roomkaas. Hij is gebaseerd op diervrije wei-eiwitten geproduceerd via precisiefermentatie. (Afbeelding: ImaginDairy/Sarit Goffen)

In de sector van de nieuwe voedingsmiddelen, is volgens GFI een derde van alle bedrijven die actief zijn in eiwitfermentatie en kweekvlees, gevestigd in de VS en is vrijwel 80% van de wereldwijde investeringen in fermentatie afkomstig uit de VS (berekend tussen 2014 en 2023). De VS is verantwoordelijk voor meer dan 50% van de wereldwijde investering in kweekvlees. Noord-Amerika, en dan vooral de VS, lijkt stevig in de bestuurdersstoel van de ontwikkeling en productie van nieuwe voedingsmiddelen te zitten. Gesterkt door mijlpalen als FDA- en USDA-goedkeuringen van kweekvlees in 2023 zijn ook grote investeringen in productiefaciliteiten voor kweekvlees gedaan. Van kust tot kust investeren ook universiteiten in onderzoek en ontwikkeling van nieuwe voedingsmiddelen en samenwerking met de sector, om de sector verder te ontwikkelen.
Investeringen in nieuwe voedingsmiddelen door GEA op een groeiende Amerikaanse markt

De VS is geen nieuw terrein voor GEA. Het bedrijf heeft een groeiend portfolio met klanten die actief zijn in alternatieve eiwitten en die GEA daar al ondersteunt. Wat is er dan nieuw aan het feit dat GEA $ 20 miljoen heeft geïnvesteerd in een greenfield technology center dat zich toelegt op het testen en ontwikkelen van nieuwe eiwitten in Janesville, Wisconsin, VS. Voor het najaar van 2025 kunnen bedrijven die actief zijn in alternatieve eiwitten in samenwerking met GEA hun concepten ontwikkelen en testen in de aanloop naar een productie op industrieschaal.

Het toekomstige GEA Technology Center for Alternative Proteins komt naast de reeds operationele Separation and Flow Technologies-faciliteit. Voor GEA is de locatie ideaal: dichtbij Chicago en andere grote steden, op een steenworp afstand van grote biotech-, farma- en voedingsmiddelenbedrijven, evenals universiteiten voor voedselwetenschappen, met toegang tot een sterke talentenpool.

“Ons nieuwe Technology Center komt op een kritiek moment voor de sector”, legt Arpad Csay, Senior Director of New Food bij GEA voor Noord-Amerika uit. “Durfkapitaalinvesteerders in de sector hebben de banden met bedrijven in hun portfolio die middelen uitgeven aan faciliteiten en kapitaalgoederen gebroken. Startende bedrijven moeten nieuwe manieren vinden om hun producten te ontwikkelen en commercialiseren. Ons Technology Center past goed bij deze heroriëntatie, omdat we juist de procesontwikkelingsdiensten bieden waar deze kapitaalinvesteringen naartoe waren gegaan. GEA’s interne kennis van de technologieën die relevant zijn voor de productiestappen (en diepe kennis op het gebied van de toepassing daarvan) staat garant voor een snelle procesontwikkeling voor elke klant”.

Toekomstige klanten genieten van de speciale GEA-lijnen om microbiële, celgebaseerde en plantaardige processen te testen. Een schaalvergroting van nieuwe voedingsmiddelen om te voorzien in commerciële productiecapaciteiten blijft een uitdaging, vooral het verbeteren van de celdichtheid en het reduceren van de kosten van het kweekmedium voor kweekvlees. Hier combineert GEA zijn expertise op het gebied van bioreactoren en scheiding om celdichtheden en daarmee ook de kosten van de eenheid voor het productieproces drastisch te verbeteren. Deze innovatie is essentieel om de prijzen van conventionele en nieuwe voedingsmiddelen gelijk te trekken. “Als we het proces eenmaal hebben geoptimaliseerd, kan ons team de basisontwerpvereisten uiteenzetten en klanten een gedegen offerte voor een productiefaciliteit bieden”, legt Csay uit.

GEA’s interne kennis van de technologieën die relevant zijn voor de productiestappen (en diepe kennis op het gebied van de toepassing daarvan) staat garant voor een snelle procesontwikkeling voor elke klant.

Arpad Csay

Senior Director of New Food voor Noord-Amerika, GEA

“Elke nieuwe productiefaciliteit voor alternatieve eiwitten is een win-win-win voor de lokale economie, de voedingsmiddelenindustrie en de planeet”, aldus Caroline Bushnell, GFI Senior Vice President of Corporate Engagement. “Met een wereldwijd groeiende vraag naar vlees en een conventionele eiwitproductie die bijdraagt aan een aantal van de meest dringende uitdagingen ter wereld, zijn er meer faciliteiten nodig die innovators op het gebied van alternatieve eiwitten kunnen helpen met een duurzame schaalvergroting, om meer mensen met minder hulpbronnen te voeden en consumenten de voedingsmiddelen te bieden waar ze van houden voor prijzen die ze kunnen betalen”.

In aansluiting op de sterke klimaatdoelstellingen van GEA, wordt in het nieuwe Technology Center warmtepomptechnologie geïntegreerd. Bovendien is het afhankelijk van elektriciteit gegenereerd door GEA’s eigen zonnepark op locatie. De groene elektriciteit voorziet in de behoeften van het gebouw en alle productieprocessen, waarbij eventuele overtollige stroom wordt teruggeleverd aan het net. “Met onze investering in Janesville, vult GEA een belangrijk gat in het ecosysteem van de nieuwe voedingsmiddelen en toont hoe dit kan worden gedaan met gebruik van hernieuwbare energie”, aldus Csay.

Elke nieuwe productiefaciliteit voor alternatieve eiwitten is een win-win-win voor de lokale economie, de voedingsmiddelenindustrie en de planeet.

Caroline Bushnell

Senior Vice President of Corporate Engagement, GFI

Relaties opbouwen om productiebarrières weg te nemen

Ons wereldwijde voedselsysteem is tegenwoordig afhankelijk van een toeleveringsketen met een ingewikkeld netwerk en vaardige medewerkers om producten naar de consument te brengen. Hetzelfde kan gezegd worden voor de sector van de alternatieve eiwitten. Hoewel het ecosysteem om plantaardige voedingsmiddelen en dranken op de markt te krijgen, een lichte voorsprong heeft op andere productiemethoden voor alternatieve eiwitten, staat de hele sector relatief gezien nog maar in de kinderschoenen.

Voor kweekvlees is veel meer bioreactorcapaciteit vereist om een commerciële schaal te bereiken. In deze toepassing moeten bioreactoren een vergelijkbaar ontwerp hebben als de bioreactoren die in biomedische processen worden gebruikt, met op maat gemaakte voedingsbouillons voor het kweken van cellen. “GEA onderzoekt meerdere opties om deze uitdaging voor producenten op te lossen, ofwel met gebruik van onze eigen hulpbronnen of door samenwerkingsverbanden aan te gaan”, aldus Csay.

Relaties met de academische wereld opbouwen is een andere belangrijke pijler van GEA’s nieuwe strategie voor bedrijven actief in nieuw voedsel. GEA formaliseert een industriële samenwerkingsovereenkomst met het Integrated Center for Alternative Meat and Proteins (iCAMP), gevestigd in de Universiteit van Californië, Davis, een van de belangrijkste universiteiten op het gebied van landbouw- en voedselwetenschappen ter wereld. “Samen met iCAMP en hun partnernetwerk, streven we ernaar om een ecosysteem van gericht onderzoek, onderwijs, training en fysieke faciliteiten op te bouwen om alternatieve eiwitten te bevorderen”, aldus Csay. “Voor onze groep is dit een geweldige kans om uit de kennisbank, netwerk en hulpbronnen van UC Davis te putten en een drijvende kracht in de ontwikkeling van de sector van de alternatieve eiwitten te blijven”. Er wordt gewerkt aan een tweede samenwerking met een andere vooraanstaande universiteit op het gebied van voedselwetenschappen, waardoor nieuwe voedingsmiddelen een mooie toekomst in de VS en daarbuiten te wachten staat.
Gea alternative protein production solar panels renewable energy

Hernieuwbare energie en alternatieve eiwitten gaan hand in hand

Het gebruik van hernieuwbare energie in de productie van alternatieve eiwitten is een belangrijk handvat voor de reductie van voedselgerelateerde emissies. Voor GEA moest het nieuwe Technology Center for Alternative Proteins in Janesville aansluiten op zijn eigen ambitie om tegen 2040 koolstofneutraal te zijn. Daarom zal de nieuwe locatie:

  • haar eigen elektriciteit genereren via een op de grond gemonteerde fotovoltaïsche zonnecollector, om in 100% van de elektriciteitsvraag van de locatie te voorzien
  • warmtepomptechnologie in plaats van aardgas invoeren
  • gebouwisolatie gebruiken die thermisch 40% efficiënter is dan de basislijn
  • efficiënte HVAC-systemen gebruiken en ledverlichting invoeren, beide met automatische besturingssystemen
  • een gereguleerd gebouwenergieverbruik behalen dat 43% lager is dan de basislijn

De faciliteit zal voldoen aan de vereisten voor duurzame investeringen zoals gedefinieerd door de Europese taxonomievoorschriften, evenals GEA’s eigen klimaatdoelstellingen.

Ontvang nieuws van GEA

Blijf op de hoogte van GEA’s innovaties en verhalen door u in te schrijven op nieuws van GEA.

Neem contact met ons op

Wij zijn er om je te helpen! Met slechts een paar gegevens kunnen we je vraag beantwoorden.